
Mensen zijn gemaakt om met God te leven
Al in het begin van de Bijbel lezen we dat mensen zijn geschapen naar Gods beeld. Dit is heel bijzonder, en onderscheidt de mensen van dieren. Want God had hier een doel mee: Hij wil dat mensen een relatie met Hem hebben.
Mensen hebben naast hun tastbare lichaam een ziel (denken, willen en weten) en een geest (godsbewustzijn). Onze ziel is ontstaan bij ons begin als mens en blijft na onze dood voortleven. Met onze kunnen we verbonden raken met de Geest van God (de ‘Heilige Geest’). De Geest van God gaat dan deel uitmaken van ons leven. Daarvoor is het echter wel nodig dat we eerlijk en vrij tegenover hem kunnen staan, zonder zonde – waardoor we bij hem in het krijt staan.
Wat is zonde?
Zonde is het doen van dingen die tegen de richtlijnen van God in gaan. Die richtlijnen worden in de Bijbel samengevat als: God liefhebben boven alles, en de mensen om je liefhebben heen als jezelf. Ze zijn uitgewerkt in regels, denk aan: niet doden, niet stelen, niet vreemd gaan, etc. Als iedereen zich aan de regels van God zou houden, zou er geen oorlog zijn, geen geweld, geen jaloezie, geen overvloed bij de een en honger bij de ander. En God zou de eer krijgen voor alles wat Hij gemaakt heeft en in stand houdt. Maar door de invloed van de duivel zijn de eerste mensen al zonde gaan doen, en na hen iedereen die geboren is. Je zou zonde als een soort virus kunnen zien, die bij onze geboorte al in onze geest aanwezig is en waar we onvoldoende weerstand tegen hebben. De zonde verwijdert de mensen steeds verder van God. Door de zonde mist de geest van een mens in het dagelijks leven de intieme relatie met God.
Al in de boeken van het Oude Testament staan veel hoopvolle teksten over een toekomst zonder zonde. Teksten over een nieuwe hemel en een nieuwe aarde waar mensen en dieren in vrede samenwonen. Waar God tussen de mensen woont. Maar hoe kunnen we van zo’n toekomst dromen als de zonde tussen mensen en God in staat?
Jezus zorgde ervoor dat onze zonden vergeven zijn
Als mensen kennen we wereldwijd het strafrecht: als je iets verkeerds hebt gedaan, ontvang je daarvoor een gepaste straf. Je krijgt een boete, een taakstraf of je gaat zelfs de gevangenis in. Als je de straf hebt gehad, kun je ‘opnieuw beginnen’. Maar omdat mensen dus een zondige natuur hebben, blijven ze maar zondigen. God heeft het in de geschiedenis geprobeerd: Hij begon opnieuw met Noach, met Abraham, met Mozes. Maar het lukte mensen gewoon niet om blijvend niet te zondigen. Om toch te zorgen dat het voor mensen mogelijk is om voor altijd dicht bij hem te zijn, heeft God besloten om zelf de straf dragen voor onze zonden, via de mens Jezus Christus.
Jezus was een mens, maar wel een bijzonder mens. Hij had Maria als moeder en God als vader. Hij is een mens met een goddelijke geest. Daardoor had en heeft Hij de unieke positie om een link tussen God en ons te zijn. Jezus deed geen zonden, maar Hij bood aan voor onze zonden te sterven. Hij heeft daarmee onze straf op zich genomen. Op het moment dat Jezus aan het kruis stierf, heeft Hij voor alle schulden, van alle mensen, uit alle tijden van de geschiedenis de straf ondergaan. Daarmee heeft hij de aarde en de mensen gered. Voor God zijn onze zonden nu vergeven, ze doen er niet meer toe.
Een relatie met God is nu tóch mogelijk
Door de vergeving van onze schuld, is de mooie relatie tussen God en mens hersteld. Mensen die dit geloven, gaan zijn Geest ervaren in het dagelijks bestaan en voelen zijn nabijheid in hun leven. En meer nog: zij mogen weten dat zij ook na de dood met hun ziel bij God mogen zijn, en uiteindelijk in een nieuwe lichaam in volmaakte vrede en goedheid op de nieuwe aarde mogen wonen. Daar is geen zonde en schuld meer.
