
De Bijbel is voor christenen zo’n belangrijk boek, omdat het mensen vertelt over God. Maar wie is God?
Gods bestaan kan niet door rationale argumenten worden bewezen. Ook de Bijbel geeft geen verklaringen voor het bestaan van God, behalve het idee dat er wel een goddelijk plan moet zitten achter de complexe harmonie van het heelal. De zekerheid van het bestaan van God kan alleen ontstaan door een persoonlijke ervaring. Daarom wordt er in de Bijbel ook veel aandacht besteed aan deze ervaringen van de mens met God.
Christenen geloven dat God alles heeft geschapen (gemaakt uit niets) en onderhoudt. Dit betekent niet alleen dat God weet wat er op aarde zal gebeuren, maar ook dat Hij daar invloed op heeft. Dat kunnen wij niet begrijpen, want wat wij van Hem zien en gezien hebben is slechts een klein onderdeel van zijn eeuwige plan.
Wat weten we dan wel van God?
De Bijbel vertelt dat God de wereld heeft gemaakt, en dus ook de tijd en ruimte. God is eeuwig en oneindig, en Hij leeft in een dimensie waar wij geen kennis van hebben. Daarom kunnen wij Hem eigenlijk niet beschrijven. Maar God heeft zich aan de menselijke beperktheid aangepast om met mensen te kunnen spreken. Zoals een volwassene een kind aanspreekt met eenvoudige taal, zo stemt God zijn woorden af op het niveau van het menselijke verstand. Hij maakt de waarheid begrijpelijk voor mensen. Een goed voorbeeld hiervan is het scheppingsverhaal, dat niet uitlegt hóe God alles gemaakt heeft, maar wáarom.
Omdat God de schepper van alles is, kan Hij met wat Hij gemaakt heeft doen wat Hij wil. Dat geldt ook voor wat wij ‘natuurwetten’ noemen. God kan ze veranderen en ‘wonderen’ verrichten omdat Hij die wetten gemaakt heeft, en omdat deze wetmatigheden alleen bestaan omdat Hij dat wil.
Omdat wij in tijd en ruimte leven, kan God ons in ’tijdseenheden’ laten zien wat Hij al eeuwig weet. Op die manier leren we in de loop van de (bijbelse) geschiedenis wat Gods bedoeling is met de mensen. Zo wist God vanaf het begin al dat Jezus naar de aarde zou komen, en liet Hij profeten daar ook al van getuigen lang voor Jezus’ geboorte.
Beelden van God
De Bijbel bevat een rijke verzameling beelden van God. Ze geven een idee van de persoon van God. Een bekend voorbeeld is dat God als herder wordt voorgesteld. Een herder zorgt goed voor zijn schapen, hij of zij blijft bij ze en leidt ze naar voedsel en water. Zonder een herder, zouden de schapen veel ellende ondervinden, aangevallen worden door wolven en de weg kwijtraken.
Een ander beeld is God als rots. Dit beeld toont de veiligheid en betrouwbaarheid van God. Een rots is stevig en onbeweeglijk en doorstaat stormen, overstromingen en hitte; een toevluchtsoord.
God is drie personen
In het Nieuwe Testament lezen we dat God niet één persoon is, maar een gemeenschap van drie gelijkwaardige en eeuwige personen: God de vader, Jezus Christus en de Heilige geest. Christenen noemen dit de Drie-eenheid. De Heilige geest verbindt gelovigen met de Vader en Jezus. Hoe deze personen van God zich precies tot elkaar verhouden, is moeilijk te begrijpen. In de hele geschiedenis van de kerk wordt daar al verschillend over gedacht. Ook dit is iets van God dat een mysterie blijft voor het beperkte verstand van mensen.
De mens en God
In het begin van de Bijbel lees je dat God de aarde heeft geschapen om daarvan te genieten. De kernboodschap van de Bijbel is dat God hieraan vasthoudt. Door de persoon van Jezus is de relatie tussen mensen en God herstelt en de Geest van God helpt mensen om met Hem in contact te blijven. Het einde van de Bijbel laat zien hoe God uiteindelijk bij de mensen zal komen wonen op een vernieuwde aarde. Dan zullen de mensen God helemaal zien en gaan begrijpen. Maar om een relatie met God aan te gaan, is wat we nu uit de Bijbel kunnen weten goed genoeg.
