Interieur van een kerkgebouw

achtergrondafbeelding

Hoe een kerk is ingedeeld, hangt af van de ouderdom van de kerk, de streek waar de kerk staat en de geloofstraditie (protestant, katholiek, orthodox, etc.). Veel kerken hebben echter een vergelijkbare indeling en een aantal kenmerkende ‘meubelstukken’. Daarover vind je op deze pagina wat meer informatie.

Indeling van de kerk

Het koor
(met altaar)

Het koor bevindt zich meestal aan de oostkant van een kerkgebouw. Het is een apart gedeelte waar zich het hoofdaltaar bevindt. Bij een kruisvorige kerk is het koor het gedeelte achter ‘de viering’, het punt waar de beuken zich kruisen. Soms bevinden zich in het koor ook koorbanken, waar (vroeger) de monniken plaatsnamen tijdens de viering.

Het schip
(met preekstoel)

Dit is de langgerekte ruimte die van het koor naar de narthex (het portaal van een kerk) loopt. Naast het schip kunnen zich parallel lopende zijbeuken bevinden. Het middelste gedeelte wordt dan middenschip genoemd. Kerken in de vorm van een kruis hebben ook (korte) dwarsbeuken.

De narthex
(voorportaal)

In het verlengde van het schip bevindt zich de narthex, een soort voorhal. Als het koor in het oosten ligt, bevindt de narthex zich dus in het westen. De narthex kan open zijn, met een directe verbinding naar de omgeving van de kerk, of een afgeslote ruimte.

Het oksaal
(met orgel)

Deze ruimte wordt ook wel de orgelgalerij genoemd. Het is een balkon aan de westzijde van het schip (tussen de narthex en het schip) waarop zich het grote kerkorgel bevindt.

De viering
(met koepel)

De viering of kruising van een kerk, is de plaats in een kruisvormige kerk waar de hoofdbeuk en de dwarsbeuk elkaar kruisen. Als je in de viering staat, sta je precies tussen koor en schip in. Vaak is er boven je hoofd een koepel te zien.

Het doksaal
(koorhek)

Het doksaal is een mooi versierde afscheidingswand tussen het koor en het schip van de kerk. Soms is het doksaal alleen een hek, soms is het een bouwwerk waarop ook koorleden kunnen plaatsnemen of zelfs een orgel geplaatst kan worden.

Doopkapel (met doopvont)

In de katholieke kerken werd het vroeger niet toegestaan dat ongedoopten in de kerk kwamen. De doop van een kind of volwassene moest dus buiten de eigenlijke kerk plaatsvinden. Daarvoor werd een doopkapel met doopvont ingericht vlak bij de ingang van de kerk (aan de westkant). Soms werd er zelfs een aparte doopkapel gebouwd. In Zuid-Europa heet zo’n kapel een Baptisterium.

Dooptuin
(met doophek)

In protestantse kerken is om de preekstoel soms een ruimte afgebakend met een versierd hek. Dit hek wordt het doophek genoemd en de afgebakende gedeelte de dooptuin. Hier vond oorspronkelijk de doop van de kleine kinderen plaats. Tegenwoordig kan de doop ook op andere plekken (meer in de buurt van de kerkgangers) plaatsvinden. Vaak is het doophek net als de preekstoel van houtsnijwerk gemaakt.

Consistorie

De consistorie(kamer) is in protestantse kerken de ruimte waar de predikant en de kerkenraad (het bestuur van de kerk) kort voor en na de kerkdienst bij elkaar komen om informatie uit te wisselen en samen te bidden of te danken voor een goede kerkdienst.


Inrichting van de kerk

Altaar

Altaren zijn alleen te vinden in rooms-katholieke kerken. Het altaar is voor katholieken een zeer heilige plaats, vanwege het geloof dat op deze plek tijdens de eucharistieviering het brood en de wijn daadwerkelijk veranderen in het vlees en bloed van Christus. Oorspronkelijk stond de priester voor het altaar en keek hij naar het oosten. Tegenwoordig staat de priester vaak achter het altaar en kijkt naar de gemeente. Een kerk heeft meestal een hoofdaltaar in het koor aan de oostzijde van de kerk, en meerdere zijaltaren. Deze zijaltaren zijn aan een bepaalde heilige toegewijd. Ze staan over het algemeen langs de wanden van de kerk, soms in een eigen, kleine kapel.

Avondmaalstel

Protestantse kerken hebben geen altaren. Protestanten vieren het avondmaal ook met een stukje brood en wat wijn of druivensap, maar over het algemeen zittend aan een tafel, of staand in een kring. Voor hen is het een herinneringsmaaltijd. Protestanten geloven dus niet dat brood en wijn daadwerkelijk in het lichaam van Jezus veranderen. Veel protestantse kerken hebben wel speciaal serviesgoed voor het brood en de wijn, dat een ‘avondmaalstel’ genoemd wordt. Deze zilveren schalen en bekers zijn bij een bezoek aan een kerk meestal niet te zien, met het oog op voorkomen van diefstal.

Altaarstuk

In de meeste rooms-katholieke kerken bevindt zich boven of achter het altaar een altaarstuk. Dit is meestal een schilderstuk, maar het kan ook een beeld zijn of een combinatie van beide. Het land heeft zijn eigen type altaren.

Altaarstukken boven een zijaltaar zijn vaak drieluiken. Ze horen bij de heilige aan wie het betreffende altaar is toegewijd en gingen vroeger meestal alleen open op de feestdag van deze heilige.

Biechtstoel

Biechten is het belijden van zonden. In de rooms-katholieke kerk kan de priester volgens de kerkleer de zonden van iemand vergeven, als diegene zijn zonden opbiecht en daarover berouw toont. Biechten kan in het openbaar, maar ook anoniem. Daarvoor staan aan de zijkant van de kerk biechtstoelen waarin de priester degene die zijn zonden belijdt wel verstaat, maar niet ziet. Biechtstoelen worden in onze tijd nog maar zelden gebruikt.

Bijbel

Een groot boek op de kansel, is meestal een kanselbijbel. In oude kerken vaak een ouder exemplaar van de Statenbijbel, waarvan de eerste uitgave in 1637 verscheen. Maar het kan ook een van de vele nieuwere vertalingen zijn, zeker als de Bijbel nog daadwerkelijk in gebruik is. In de patholieke kerk wordt de Willibrordvertaling het meest gelezen, en in de protestantse kerk de NBV-vertaling.

Kijk hier voor meer informatie over de Bijbel.

Borden met de tien geboden

In protestantse kerken vind je weinig beelden en schilderijen. In plaats daarvan heeft men vaak wel ergens ‘De tien geboden’ hangen, opgeschreven op grote borden, de muur of een pilaar.

De tien geboden zijn de geboden die God aan Mozes gaf toen Hij hem op de berg Sinaï ontmoette. Het zijn leefregels die als doel hebben dat mensen God én elkaar dienen. In sommige protestantse kerken worden de tien geboden nog iedere zondag met elkaar gelezen.

Doopvont

In de christelijke traditie worden kinderen of volwassenen gedoopt als teken dat zij horen bij het verbond dat God met de mensen gesloten heeft. Voor de kinderdoop wordt gebruik gemaakt van een doopvont. Het te dopen kind wordt vlak bij het doopvont gehouden en de predikant of priester doopt het met enkele druppels of een straaltje water over het voorhoofd.
Volwassendoop vindt vooral in evangelische gemeenten plaats. Hier wordt de dopeling achterwaarts door de predikant en een helper geheel in water ondergedompeld. daarvoor is soms een waterbekken onder het podium van de kerk aanwezig. Andere mogelijkheden zijn het opzetten van een tijdelijk bad voor de doopdienst of het dopen in natuurwater.

Heiligenbeelden

In katholieke kerken zijn over het algemeen verschillende heiligenbeelden te zien. Iedere rooms-katholieke kerk heeft een afbeelding van Jezus (soms aan het kruis) en van zijn moeder Maria. Beide beelden zijn bedoeld als middel van devotie. Als een kerk een naamheilige heeft, is daar ook zeker in de kerk een beeld van te vinden. Dit geldt ook voor lokale heiligen. Bijbelse heiligen die je in kerken kunt zien zijn bijvoorbeeld de apostelen en bekendste profeten. Op de pagina Symboliek uit de Bijbel vind je meer achtergrond over deze personen.

bij protestantse kerken zijn vrijwel geen beelden in het kerkinterieur aanwezig. In oude kerken zijn de aanwezige beelden vaak verwoest in de periode van de Beeldenstorm (1566). Reden voor de afwezigheid van beelden is één van de Tien Geboden waarin staat dat er geen beelden gemaakt mogen worden van wat in de hemel of op aarde is, als deze aanbidding als doel hebben.

Kerkorgel

Het kerkorgel heeft als doel het begeleiden van de zang tijdens de mis of eredienst. Veel Nederlandse kerkorgels zijn eeuwen oud. Het zijn zogenaamde pijporgels waarbij (tegenwoordig mechanisch) lucht door de pijpen wordt geblazen. Ieder toets op het klavier heeft zijn eigen pijp met een karakteristieke toonhoogte.

Grote oude kerken hebben vaak een hoofdorgel op een oksaal bij de westerlijke ingang, en daarnaast op andere plekken in de kerk, zoals in het koor. Dit is dan een kleiner orgel voor de begeleiding van speciale vieringen zoals een bruiloft.

Knielbank

In een katholieke kerk zijn knielbanken of knielstoelen een standaard onderdeel van het kerkinterieur. Daardoor kan er tijdens vaste onderdelen van de kerkdienst geknield worden.

In protestantse kerken bidt men zittend of staand. Daarom zijn daar geen knielbanken te zien. Alleen als mensen een speciale zegen krijgen, wordt daarvoor een knielbank geplaatst. Bijvoorbeeld bij de inzegening van een huwelijk of een nieuwe predikant.

Kruiswegstatie

Een kruiswegstatie is een serie afbeeldingen die het lijden en sterven van Jezus Christus in beeld brengen. Dit kunnen schilderijen of beelden zijn. Een gelovige kan door het (biddend) volgen van de kruisweg het lijden van Jezus doordenken. Statie is Latijns voor halteplaats. Een kruiswegstatie bestaat over het algemeen uit veertien staties: 1. Jezus wordt ter dood veroordeeld. 2. Jezus neemt kruis op zijn schouders. 3. Jezus valt voor de eerste maal onder het kruis. 4. Jezus ontmoet zijn moeder Maria. 5. Simon van Cyrene helpt Jezus het kruis te dragen. 6. Veronica droogt het gezicht van Jezus af. 7. Jezus valt voor de tweede maal. 8. Jezus troost de wenende vrouwen. 9. Jezus valt voor de derde maal. 10. Jezus’ kleren worden onder de soldaten vergokt. 11. Jezus wordt aan het kruis genageld. 12. Jezus sterft aan het kruis. 13. Jezus wordt van het kruis afgenomen. 14. Jezus wordt in het graf gelegd. (Het driemaal vallen van Jezus en de ontmoeting met Veronica staan niet in de Bijbel maar zijn verhalen uit de traditie.)

Preekstoel of kansel

Preekstoelen zijn zowel in oudere protestantse als in katholieke kerken te vinden. Ze waren vroeger nodig om het geluid te versterken van de predikant of priester als die zijn preek (toespraak) hield voor de kerkgangers. Door boven de mensen te staan, en hard en langzaam te spreken, kon de predikant toch verstaanbaar zijn. Boven de preekstoel is vaak een groot ‘dak’ geplaatst, dat als klankbord diende en zo ook meehielp voor de verstaanbaarheid.

In veel kerken wordt nog steeds gebruik gemaakt van preekstoelen, maar geluidsinstallaties maken het ook mogelijk om op hele andere plekken, en dichter bij de toehoorders, de boodschap van God te brengen.

Psalmborden

Vooral in protestantse kerken zijn aan de zijkanten of op de pilaren borden te vinden waarop iedere zondag de te zingen liederen met losse letters worden aangegeven. Soms staat alleen het eerste lied vermeld. Tegenwoordig zijn de borden niet veel meer in gebruik, vanwege gebruik van papieren liturgieën, een projectiescherm of een kerkapp.

Sedilia

De sedilia of sessiestoelen zijn de drie zetels in het koor van de kerk, waar tijdens de mis de geestelijken plaats kunnen nemen. De sedilia staan aan de zuidzuide van het altaar.

Wijwatervat

In katholieke kerken vind je naast de toegangsdeuren een wijwatervat. Gelovigen kunnen zich bij het binnengaan van de kerk met wijwater besprenkelen onder het maken van een kruisteken. Deze handeling staat symbool voor uiterlijke en innerlijke reiniging. Wijwatervaten staan soms op een voetstuk maar zijn meestal in de muur gemetseld.

Wijwater is door de priester geheiligd water. Dat wil zeggen dat de priester Gods zegen erover gevraagd heeft. Naast gebruik in wijwatervaten wordt wijwater in de katholieke traditie ook gebruikt voor de doop of het inzegenen van een gebouw of voertuig.